Omgaan met weerstand bij processen van beïnvloeding en verandering

 

Weerstand – het woord roept meteen het beeld op van tegenkracht. Dit gebeurt niet alleen op individueel niveau, maar ook in groepen en hele organisaties. In dit artikel leggen we uit hoe je om kan gaan met weerstand.

Weerstand: Wat betekent het en waarom treedt het op?

Weerstaan, weerstand, het verwijst naar actie als tegenbeweging. De negatief geladen term ‘weerstand’ raakt dus aan energie; mensen maken zich ergens druk over. De kunst én kunde is om die energie bij processen van beïnvloeding en verandering te kanaliseren.

Bij die processen worden patronen en routines doorbroken en verandert voor veel mensen de context. Weerstanden zijn daarbij een normaal verschijnsel. De één doet mee en een ander accepteert het niet. Het geldt niet alleen voor individueel maar ook voor groeps- of afdelingsniveau.

Waar de weerstand zich op richt is belangrijk maar niet altijd eenvoudig op te sporen. Vooral als de weerstand heftig is, worden inhoudelijke rationele argumenten, belangen en emotionele motieven al snel vermengd. Op zich is weerstand een emotionele reactie, een natuurlijk proces. Mensen hebben er altijd goede redenen voor.

 

Bronnen van weerstand zijn:

  • Schade aan en zorg over invloed, macht, positie, belangen
  • De angst om iets te verliezen dat waardevol voor hen is zoals:
    1.  Soort werk, vaktrots, vereiste competenties
    2.  Status en sociale contacten
    3.  Beloning en doorgroeimogelijkheden
    4.  Onzekerheid over eigen autonomie en machtsverhoudingen
    5.  Vaktrots, bedrijfsprocessen, kwaliteit of klanten

 

Wanneer belangen geschaad worden, dient hier serieus op te worden ingegaan, weerstand onderzocht te worden en onderhandeld; de manier waarop komt later in deze notitie.

 

Verschil van inzicht

 

De overtuiging dat de voorgenomen veranderingen niet de juiste oplossing is voor de problemen. Het gaat dan om verschil van inzicht. Een gesprek is nodig als de weerstand op inhoudelijke argumenten is gebaseerd en mensen menen betere ideeën te hebben; afweging van voors en tegens van elkaars zienswijzen; het kan leiden tot een hogere kwaliteit van de oplossing.

 

De manier waarop met betrokkenen wordt omgegaan

 

Dit betreft de wijze van aanpak en uitvoering van veranderingen (opleggen, geen inspraak, onvoldoende veranderingskracht van het management, gebrekkige voorlichting, verkeerde informatie).

Indien doelen en consequenties onhelder zijn, roept dat veelal gevoelens van onbehagen, angst en onzekerheid op. Dat is niet altijd het geval. Wat voor de één een grote zorg en bedreiging is, kan door een ander weer als een nieuwe kans worden gezien. Wanneer onduidelijkheid de oorzaak van weerstand is dan is uiteraard adequate informatieverstrekking nodig.

Omgaan met weerstand 

 

Weerstand is een niet altijd logisch te begrijpen reactie. Onderliggende emoties, zoals zorg of angst, worden meestal indirect geuit en dat maakt het omgaan met weerstand zo lastig. Doordat de ander zich niet duidelijk uitspreekt en bijvoorbeeld zegt dat hij er tegen is of zegt dat hij het niet wil met de bijbehorende reden. Wanneer de ander zijn gevoelens en mening helder zou uiten en expliciet zou maken dan kun je er mee aan de slag en de vraag is of je dat dan nog weerstand noemt.

 

Belangrijk als je met weerstand te maken hebt:

  • Steun de ander om de weerstand te uiten.
  • Vat het niet persoonlijk op maar zie het als weerstand tegen een verandering, tegen een moeilijke beslissing, tegen het moeten omgaan met onzekerheid etc.

Er is niet één beste manier van het omgaan met weerstand. Immers, de situaties verschillen en de onderlinge relatie, die belangrijk is.

 

Manieren zijn:

  1. er tegen in (tegenbewegen)
  2. er om heen (wegbewegen); negeren
  3. er op af (er naar toe bewegen); naar de onderstroom toe
  4. houvast bieden
  5. anderen in beeld brengen

1. Er tegen in gaan

Tegenbewegen is veelal meer van hetzelfde. Verwachtingen, eisen of normen uitspreken… Nog eens uitleggen en overtuigen met argumenten… Het helpt meestal niet. Dat is een logisch proces en het tonen van weerstand gebeurt op emotionele wijze en is emotioneel geladen. De druk opvoeren door sancties te stellen en op de gevolgen van zijn gedrag te wijzen, lost weerstand evenmin op. Het effect kan tegengesteld zijn en leiden tot heftiger weerstand en escalatie.

Als er vertrouwen is, kan tegenbewegen werken. Ook indien de ander meer duidelijkheid krijgt en… het is soms je laatste middel.

 

2. Er om heen bewegen

De weerstand uit de weg gaan door:

  • De ander te vermijden en zijn omgeving zodanig te beïnvloeden dat hij ook meegetrokken wordt.
  • Op zijn omgeving druk uitoefenen om hem tot de orde te roepen.
  • Het gedrag van de ander negeren en proberen door mijn enthousiasme aan te steken.

3. Er op afgaan: het dialoog zoeken

Door het kenmerkende van het indirect uiten van meningen en gevoelens bij weerstand lokt het bij jou zelf een reactie uit om er tegen in te gaan (onder 1) of te vluchten, wegbewegen (zie sub 2). Als het direct zou zijn dan kan je het er over hebben.

Bij de twee bovengenoemde aanpakken weet je niet wat er eigenlijk bij de ander aan de hand is. Waar gaat het om? Moet ik misschien iets anders doen? Je weet het niet. Weerstand is emotioneel en indirect, en dat moet je gaan onderzoeken. Het gaat er dus om het directer uiten aan te moedigen en de onderliggende zorg naar boven te krijgen, dus: ‘er op af’. Belangrijk is om een relatie aan te gaan en vertrouwen en zekerheid te scheppen.

Daarom is in eerste instantie meebewegen belangrijk, horen wat de problemen zijn. De ‘feelings’ ook als ‘facts’ te beschouwen en niet wegredeneren of terzijde te schuiven. Door serieus op weerstand in te gaan, voelen mensen zich serieus genomen en ontstaat wederzijds begrip.

De volgende stappen zijn handig om te onderscheiden:

  1. Herkennen
  2. Verkennen
  3. Erkennen
  4. En (eventueel) ombuigen

Met andere woorden: waarnemen, contact, volgen, overnemen, ombuigen (het lijkt wat op principes uit de judosport).

 

  • Stap 1: Herken
    Het herkennen en benoemen van weerstand is uiteraard een eerste en belangrijke stap tot het oplossen ervan. Niet weerstand noemen, niet beschuldigen; beschrijf wat de ander doet en hou het bij je zelf in de verwoording (vind ik vervelend, word ik door afgeleid; schakelen naar het gevoelsniveau). Je kunt weerstand bij de ander herkennen aan zeer verschillende signalen zoals bijvoorbeeld: weinig of niets zeggen, matheid of juist agressie, kortaf of geïrriteerd spreken, negatief praten, vragen naar meer informatie of details, herhalen, enerzijds/anderzijds, aarzelen, “hebben we al eens geprobeerd’’, geen tijd, belachelijk maken, afschuiven, zwarte pieten. Ook non-verbale signalen zoals: spanning in het lichaam, afsluitende houding, achterover leunen, wegkijken, gezichtsuitdrukking. Je kunt ook weerstand herkennen aan signalen bij jezelf, vaak nog eerder dan bij de ander. Je wordt geïrriteerd, ongeduldig, gaat herhalen, luider praten, je hebt er geen zin meer in, je weet het ook niet meer.

  • Stap 2: Verken
    Verken de onderstroom door stil te staan bij wat er speelt. Verken de achterliggende zorg (LSD); open vragen en in de communicatie schakelen naar interactie en gevoelsniveau om te kunnen blijven aansluiten. Beschrijf het gedrag wat je tussen jullie beide waarneemt en benoem het gevoel dat bij jezelf speelt of dat je bij de ander vermoedt. Geef dat niet beschuldigend weer. Maak duidelijk dat je je zorgen maakt over de samenwerking of over de voortgang van het proces. Spreek je vermoeden uit over wat de ander bezig houdt. Moedig de ander aan tot praten.

  • Stap 3: Erken
    Erken de zorg die bij de ander speelt. Sluit aan en beschuldig niet. Je hoeft het niet met de conclusie van de ander eens te zijn om die te kunnen samenvatten. Het samenvatten van de mening van de ander betekent niet dat je het daar mee eens bent. Maar de ander moet echt weten dat je hem begrijpt. Luister naar de reactie als je de weerstand hebt benoemd (gebruik het woord “weerstand” natuurlijk niet!). Moedig de ander aan om te reageren maar dwing hem niet tot verdedigen. Een emotioneel proces kost meestal tijd en wordt niet verkort door veel rationele motieven.

 

  • Stap 4: Buig om
    Vraag wat de ander nodig heeft; hoe je hem kan steunen. Buig om door een beroep te doen op de ander, zijn redelijkheid, zijn wens om tot een gemeenschappelijk resultaat te komen, zijn commitment aan het gemeenschappelijke doel of overstijgend belang. Soms kan je ook je eigen ambities of plannen bijstellen, bijvoorbeeld twee weken later.

4. Houvast bieden

Onzekerheid kan worden weggenomen door:

  • Meer informatie over en invloed op het proces te geven.
  • Structuur te bieden in de vorm van helderheid over procedures, tijdpad, besluitvorming en dergelijke.
  • Aan te geven wat niet verandert.

5. Anderen in beeld brengen

 

Weerstand kan worden weggenomen door betrokkenen elders te laten kijken door excursies, bedrijfsbezoeken waar de toekomstige situatie al bestaat, daar de ervaringen te horen waardoor de zorg en/of onzekerheden worden verlaagd. Hetzelfde gebeurt door het spelen van een simulatie waarin de toekomstige situatie wordt nagebootst.

Het zijn manieren waarop mensen aangeraakt worden en misschien zelfs mee kunnen gaan doen met het ontwikkelen van visie.